Statuten

Statuten

Doorlopend exemplaar van de statuten van de Stichting de Noord-Hollandse Molenfederatie, laatstelijk gewijzigd bij akte verleden op 20 mei 2010 voor de te Wormerveer gevestigde notaris mr. V.J.M. Bos

Naam en Zetel

Artikel 1

1. De stichting draagt de naam: Stichting de Noord-Hollandse Molenfederatie. 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente WORMERLAND.

Doel, vermogen

Artikel 2

1. De stichting heeft ten doel: a. de belangen te behartigen van de gehele Noord-Hollandse molenwereld (eigenaren, bedrijfsmatige en vrijwillige molenaars) in de richting van de drie overheidslagen; b. de contacten tussen moleneigenaren onderling te verbeteren en te versterken; c. de moleneigenaren te ondersteunen bij hun taken op het gebied van subsidieregelingen, subsidiewerving, molenbioptoop, juridisch-, planologisch- en strategisch gebied; d. als service-instituut te fungeren voor de molenwereld; e. de belangstelling voor molens te stimuleren en de moleneigenaren en vrijwilligers te stimuleren het publieksbereik van hun molens te vergroten; f. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. 2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door; – het opzetten en in stand houden van een kleine slagvaardige organisatie met een breed draagvlak en – het eventueel inhuren van facilitaire ondersteuning. 3. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: – subsidies en donaties; – schenkingen, erfstellingen en legaten; – alle andere verkrijgingen en baten; – bijdragen van eigenaren, die het bestuur jaarlijks, na overleg met de eigenarenvergadering, vaststelt. Toegelaten stichtingen en geledingen Artikel 2a Het Algemeen Bestuur van de stichting stelt vast welke stichtingen, verenigingen en geledingen, werkzaam in de provincie Noord-Holland ten behoeve van de Noord-Hollandse molenwereld, als ‘’toegelaten stichting, vereniging en geledingen’’ in aanmerking worden genomen.

Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen

Artikel 3

1. Het bestuur van de stichting bestaat uit het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur; waar in deze statuten wordt gesproken van het bestuur worden daaronder begrepen het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. 2. Iedere tot de stichting toegelaten stichting, vereniging en geleding vaardigt één natuurlijk persoon af; al deze afgevaardigden vormen het Algemeen Bestuur van de stichting. 2 In geval van een tussentijds vacature benoemt de betreffende toegelaten stichting of geleding een bestuurder in het Algemeen Bestuur. 3. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vijf natuurlijke personen, waaronder de voorzitter, secretaris en penningmeester. De voorzitter en één lid van het Dagelijks Bestuur worden benoemd door het Algemeen Bestuur buiten de leden van het Algemeen Bestuur. De overige leden van het Dagelijks bestuur worden benoemd door het Algemeen Bestuur uit de leden van het Algemeen Bestuur. Tot voorzitter kan slechts worden gekozen een natuurlijk persoon die affiniteit heeft met molens en bestuurlijke ervaring heeft op gemeentelijk en/of provinciaal niveau. 4. De leden van het Algemeen bestuur kunnen worden geschorst en ontslagen door de toegelaten stichting en geleding die het recht van benoeming had. De leden van het Dagelijks Bestuur kunnen worden geschorst en ontslagen door het Algemeen Bestuur. 5. De leden van het Dagelijks Bestuur worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurder is onmiddellijk één maal herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. 6. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden. 7. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten, op basis van een gespecificeerde verantwoording.

Bestuur: taak en bevoegdheden

Artikel 4

1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, tenzij het besluit wordt genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn. 3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. 4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.

Bestuur: vergaderingen

Artikel 5

1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Noord-Holland in de plaats als bij de oproeping is bepaald. 2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten, zomede een begroting voor het volgende jaar. 3 3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer drie leden van het Algemeen Bestuur daartoe de oproeping doet. 4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste veertien dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een oproepingsbrief. 5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen. 6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het langst zittend bestuurslid. 7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd en vastgesteld in de eerstvolgende vergadering van het bestuur. De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris. 8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

Bestuur: besluitvorming

Artikel 6

1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. 2. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. 3. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 4. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na medeondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard. 5. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden 4 bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 6. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. Stemming over personen geschiedt schriftelijk bij ongetekende, gesloten briefjes. 7. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 8. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.

Bestuur: defungeren

Artikel 7

Een bestuurder defungeert: a. door zijn overlijden; b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; c. door zijn aftreden (al dan niet volgens het in artikel 3 bedoelde rooster van aftreden); d. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.

Vertegenwoordiging

Artikel 8

1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende leden van het Dagelijks Bestuur. 3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 kan tegen derden beroep worden gedaan. 4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

Eigenarenvergadering

Artikel 9

1. De eigenarenvergadering heeft als vertegenwoordiging van de eigenaren van molens tot taak het onderhouden van geregeld contact met het bestuur. 2. De eigenarenvergadering bestaat uit afgevaardigden van organisaties ( gemeenten, verenigingen, stichtingen, waterschappen, recreatieschappen) en particulieren die één of meer molens bezitten. 3. Het bestuur van de stichting stelt vast in welke mate en op welke wijze een organisatie of particulier een afvaardiging heeft in de eigenarenvergadering. 4. Het bestuur van de stichting kan daartoe de organisaties en particulieren in categorieën indelen. 5. Het bestuur stelt vast het aantal stemmen dat in de eigenarenvergadering aan een organisatie of particulier of categorie toekomt. 6. De eigenarenvergadering vergadert tenminste tweemaal per jaar 7. De vergaderingen worden bijeengeroepen en geleid door het bestuur. 8. Het bepaalde in artikel 6 ten aanzien van de besluitvorming, is van overeenkomstige toepassing op de eigenarenvergadering.

Artikel 10

Het bestuur kan besluiten organisaties en personen, werkzaam in het belang van de molens, 5 toegang tot de eigenarenvergadering te verlenen; zij mogen het woord voeren, hebben evenwel géén stemrecht.

Boekjaar en jaarstukken

Artikel 11

1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen. De balans en de staat van baten en lasten worden onderzocht door een door het bestuur aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent rechtmatigheid en getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. 4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. 5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.

Reglement

Artikel 12

1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen waarin die onderwerpen worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven. 2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. 3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen. 4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing.

Statutenwijziging en ontbinding

Artikel 13

1. Besluiten tot wijziging van deze statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen slechts worden genomen in vergadering van het Algemeen Bestuur, waarin ten minste twee derden van het aantal leden vertegenwoordigd is, met een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen. 2. Is dit aantal leden niet vertegenwoordigd, dan wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden binnen één maand na de eerste, maar niet eerder dan vijftien dagen daarna, waarin ongeacht het dan vertegenwoordigde aantal leden, de in lid 1 6 bedoelde besluiten kunnen worden genomen met een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen. 2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Ieder bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden. 3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.

Ontbinding en vereffening

Artikel 14

1. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens vastgesteld aan welke subsidiënten welk gedeelte van het liquidatiesaldo zal toekomen. 2. Na ontbinding geschiedt de vereffening door het Algemeen Bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen. 3. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. 4 Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing 5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. 6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing

Slotbepalingen

Artikel 15

1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. 2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. Getekend voor doorlopend exemplaar: